Naast mijn studie beeldhouwen, ben ik ook afgestudeerd aan de richting interieurvormgeving. Een aspect dat blijft meegaan in mijn process en recente werken. De ruimte. Hoe wordt de ruimte beïnvloedt naar mijn werk toe en vice versa? Welke reactie kan ik van de toeschouwer verwachten? Welke atmosfeer kan ik creëren?

Ik bekijk de ruimte als een lege kamer die ik volledig naar mijn verlangen kan invullen. Zo veel en benauwd mogelijk. Dit vergelijk ik met herinneringen van de kermis; een plek waar iedereen samenkomt om even de gedachten te verzetten en zich te amuseren, die volstaat met kraampjes en attracties dat het publiek lokt, waar zich oneindig veel impulsen afspelen. Er kan geen leegte overblijven. Ik benoem dit facet als de ‘horrorvacui’; schrik van de leegte. Maar desondanks de ruimte volledig te benutten, ontstaat er ergens een porositeit...

Dit vond ik terug in het hoofdstuk ‘Coney Islands’ uit het boek ‘Delirious New York’ van Rem Koolhaas waarin hij Coney Island als een ontsnappingsoord voor de inwoners van New York beschrijft. Daar kan je alle elementen en aspecten terug vinden die je in een metropole stad niet terug vindt. Waarom trekt dit de inwoners zo aan?

Dermate kom ik op mijn vraagstelling; ‘Hoe creëer ik een dialoog tussen verschillende media?” Hiermee in het achterhoofd, ga ik verder onderzoek voeren naar de affiniteit voor verschillende impulsen. Kan mijn werk een ontsnappingsoord zijn voor het publiek die ik aan de hand van prikkels probeer te lokken? Of is dit meer een entropie van mijn mentale metafysische ruimte? Een escapisme om tot lijn te komen met mijn gedachten en identiteit. Of probeer ik het tegendeel te bewijzen, door de sublieme atmosfeer, waarin er visueel gemanipuleerd én getriggerd wordt om de toeschouwer verward in de ruimte achter te laten. Kunnen ze zich welkom voelen in mijn ruimte?

On view at Kavka Oudaan and Toneelhuis.

 

Left Menu Icon